De opbouw van majeur toonladders
Hoe een toonladder klinkt wordt bepaald door de verschillende intervallen waaruit de toonladder bestaat. Majeur en mineur toonladders zijn de meest voorkomende toonladders en worden gebruikt in veel soorten muziek, maar er zijn nog heel veel andere toonladders.
Majeur toonladders bestaan uit zeven noten (voordat de toonladder een octaaf hoger opnieuw begint) en bestaat uit een speciale volgorde van halve stappen (twee noten die direct aan elkaar grenzen) en hele stappen (noten die twee halve stappen van elkaar verwijderd zijn).
Dit specifieke patroon van hele stappen en halve stappen bepaalt dat het een majeur toonladder is, ongeacht op welke noot je begint:
Heel - Heel - Half - Heel - Heel - Heel - Half
Je kunt de Grondtoon knoppen gebruiken om de toonladder te verplaatsen (of te transponeren) naar een andere toonsoort. Merk op dat het patroon van hele en halve stappen (getoond door de cirkels op de piano toetsen) nooit veranderd.
(Opmerking: Waneer je niet bekend bent met een piano toetsenbord kan het soms verwarrend zijn dat de eerstvolgende noot niet noodzakelijkerwijs een andere kleur toets hoeft te hebben. Bijvoorbeeld, de afstand tussen E en F (en ook B en C) is een halve stap, ook al zijn het beide witte toetsen):
De "schrijfwijze" van noten
Wanneer je de grondtoon veranderd, zullen noten soms geschreven moeten worden met mollen en soms met kruizen. Er zijn een aantal simpele regels die de juiste spelling voor iedere noot in een majeur toonladder verklaren:
- Het patroon van halve en hele stappen is altijd Heel - Heel - Half - Heel - Heel - Heel - Half
- Om dit patroon te behouden, zullen sommige noten ♭-en of ♯-en nodig hebben in iedere majeur toonladder (behalve de toonladder C majeur).
- Iedere letter wordt maar een keer gebruikt. Bijvoorbeeld, een majeur toonladder zal nooit zowel A♭ als A bevatten.
- De notennamen komen altijd voor in alfabetische volgorde en beginnen opnieuw na G.
Beginnen op een zwarte toets
Omdat iedere zwarte toets twee namen kan hebben (bijv. D♭ of C♯), hoe hebben we dan gekozen welke we gebruiken als grondtoon? Voor deze lessen, hebben we degene gekozen die het minste mollen of kruizen bevat. Bijvoorbeeld:
D♭ majeur heeft vijf mollen:
maar C♯ majeur heeft zeven kruizen:
daarom geven we alleen D♭ als optie.
Is het je opgevallen...?
Zoals dit voorbeeld toont, kunnen kruizen of mollen soms ook naar "witte toetsen" verwijzen. In sommige toonladders (zoals de C♯ majeur toonladder die hierboven getoond wordt) worden noten geschreven als E♯ en/of B♯. Dat lijkt vreemd; waarom noemen we deze noten niet gewoon F en C?
Het antwoord ligt in de regels over het spellen van noten. Omdat in een majeur toonladder iedere letter maar een keer gebruikt mag worden, moet er soms gebruik gemaakt worden van deze "ongewone" spelling. In C♯ majeur, moeten zowel de E en de B een kruis krijgen (om het patroon van hele en halve stappen voort te zetten), terwijl ook F en C verhoogd zijn naar F♯ en C♯.